Informatie

NLP Neuro Linguïstisch Programmeren

NLP staat voor Neuro Linguïstisch Programmeren en is een krachtige, effectieve methode om snel inzicht te krijgen in de drijfveren en motivaties van ons handelen
NLP wordt daarom steeds vaker in allerlei beroepen en omgevingen toegepast.

Neuro-linguïstisch programmeren (NLP) is een benadering die zich richt op het begrijpen van de structuur van subjectieve ervaringen. Het werd in de jaren zeventig van de twintigste eeuw ontwikkeld door Richard Bandler en John Grinder. NLP stelt dat er een verband bestaat tussen neurologische processen (neuro-), taal (linguïstisch) en gedragspatronen die zijn aangeleerd door ervaringen (programmeren).

Hier zijn enkele kernpunten van NLP:

  • Neurologisch: Dit verwijst naar de relatie tussen het zenuwstelsel (neurologie), taal en patronen die we hebben geleerd door ervaring. NLP gaat ervan uit dat onze ervaringen worden gefilterd door onze vijf zintuigen en vervolgens worden opgeslagen in ons zenuwstelsel.

  • Linguïstisch: Taal en non-verbale communicatie (zoals lichaamstaal) spelen een cruciale rol in hoe we onze ervaringen interpreteren en betekenis geven. Door de taal die we gebruiken, kunnen we onze innerlijke ervaringen en overtuigingen vormgeven en communiceren.

  • Programmeren: Dit heeft betrekking op de mogelijkheid om onze gedachten, gevoelens en gedragingen te sturen (of te 'programmeren') om gewenste uitkomsten te bereiken. NLP biedt technieken en modellen om deze interne processen te begrijpen en te veranderen.

In de praktijk wordt NLP vaak gebruikt als een set van tools en technieken voor persoonlijke ontwikkeling, communicatie, therapie, coaching en andere toepassingen. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt om bepaalde gedragspatronen te identificeren, beperkende overtuigingen te veranderen, effectievere communicatiestrategieën te ontwikkelen of persoonlijke doelen te bereiken.

Stappenplan Wet poortwachter

De Wet Verbetering Poortwachter kent een strakke tijdsplanning van twee jaar met verplichte stappen. Het idee is om werkgever en werknemer te motiveren om de terugkeer naar werk zo snel mogelijk te realiseren. Hieronder het stappenplan voor de Wet Poortwachter.

Week 1: Eerste ziektedag 

Op de 1e dag van ziekte meldt de werknemer zich ziek bij de werkgever. De werkgever meldt dit binnen een week bij de arbodienst of de bedrijfsarts. Een arbodienst of een verzekeraar kan de werkgever overigens ook vragen om dit reeds op de 1e dag te doen. 

Week 6: Probleemanalyse

Uiterlijk bij zes weken ziekte wordt de werknemer opgeroepen voor een gesprek met de arbodienst of de bedrijfsarts. Vastgesteld wordt wat de werknemer nog kan doen. Daarnaast wordt door de bedrijfsarts een re-integratieadvies uitgebracht: de Probleemanalyse. Mocht al blijken dat er geen re-integratiemogelijkheden meer zijn, dan is een vervroegde WIA-aanvraag ook mogelijk. 

Week 8: Plan van Aanpak

In het Plan van Aanpak maken de werkgever en werknemer gezamenlijk afspraken over de functiemogelijkheden. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de re-integratie met als doel om de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. In eerste instantie wordt gekeken naar de mogelijkheden binnen de eigen organisatie (1e spoor). Mocht de bedrijfsarts reeds re-integratie buiten de organisatie adviseren dan komt 2e spoor versneld in beeld. Het Plan van Aanpak wordt om de 6 weken geëvalueerd.

Week 42: Ziekmelding bij UWV

Uiterlijk op de eerste werkdag van week 42 doet de werkgever melding bij het UWV van langdurige ziekte van de werknemer. 

Week 52: Eerstejaarsevaluatie

Na een jaar blikken werkgever en werknemer samen terug op de re-integratie-activiteiten en kijken tevens vooruit. Is de gestelde re-integratieroute juist of moet deze misschien worden bijgesteld? In andere woorden: een evaluatie van het Plan van Aanpak. Werkgever en werknemer vullen samen het Eerstejaarsformulier in als onderdeel van het Re-integratieverslag. 

Week 87: WIA aanvraag

In week 87 ontvangt de zieke werknemer van het UWV een brief voor het aanvragen van een WIA-uitkering. Deze dient uiterlijk in week 91 ingediend zijn. Het UWV beoordeelt daarvoor het re-integratieverslag waar de werkgever verantwoordelijk voor is. Verder volgt een WIA-keuring.

Week 91: Eindevaluatie 

In week 91 moet het formulier Eindevaluatie door zowel werkgever als werknemer ingevuld worden. De voortgang en status van de re-integratie wordt hierin weergegeven. 

Week 93: uiterste termijn WIA aanvraag

Tot uiterlijk week 93 van de ziekte kan de werknemer de WIA-aanvraag indienen. Daarvoor dient een volledig re-integratieverslag aangeleverd te worden.

Week 104: WIA 

Na 104 weken ziekte is het UWV verantwoordelijk voor de beoordeling van de WIA aanvraag en re-integratie inspanningen. In de regel volgt dan ontslag. Voorwaarde is wel dat werkgever en werknemer voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht.

Re-integratie 1e en 2e spoor

Re-integratie eerste en tweede spoor zijn termen die in Nederland worden gebruikt in het kader van de Wet verbetering Poortwachter
Deze wet regelt de verplichtingen van werkgevers en werknemers bij langdurige ziekte. Het doel van re-integratie is om werknemers die langdurig ziek zijn weer zo snel mogelijk aan het werk te krijgen, hetzij bij de huidige werkgever (eerste spoor), hetzij bij een andere werkgever (tweede spoor).

Re-integratie eerste spoor:

  • Bij re-integratie eerste spoor wordt er gekeken naar mogelijkheden binnen het huidige bedrijf van de zieke werknemer. Het doel is om de werknemer zo veel mogelijk in zijn huidige functie of in aangepaste vorm terug te laten keren.
  • Dit kan betekenen dat de werknemer tijdelijk aangepast werk krijgt, andere taken gaat verrichten of dat er aanpassingen worden gedaan in de werkomgeving.


Re-integratie tweede spoor:

  • Als re-integratie binnen het eigen bedrijf (eerste spoor) niet mogelijk blijkt te zijn, dan komt re-integratie tweede spoor aan bod. Hierbij wordt er gezocht naar mogelijkheden voor de werknemer buiten de huidige organisatie.
  • Een re-integratiebureau kan worden ingeschakeld om te helpen bij het vinden van passend werk bij een andere werkgever. Dit kan betekenen dat de werknemer wordt begeleid naar ander werk dat past bij zijn capaciteiten en mogelijkheden.
  • De werkgever blijft tijdens het tweede spoor verantwoordelijk voor de re-integratie-inspanningen, maar de focus ligt nu op het vinden van passend werk buiten het eigen bedrijf.

Het is belangrijk om te benadrukken dat zowel werkgever als werknemer verplichtingen hebben tijdens het re-integratieproces volgens de Wet verbetering Poortwachter
Het niet naleven van deze verplichtingen kan leiden tot sancties. Het streven is altijd om samen tot een oplossing te komen waarbij de werknemer zo goed mogelijk kan re-integreren in het arbeidsproces, hetzij bij de huidige werkgever (eerste spoor) of bij een andere werkgever (tweede spoor).

Vrijblijvend kennis maken?